MariaTHO

Maria ten Hemelopneming

In ons parochiecluster wordt het Hoogfeest van Maria ten Hemelopneming op de dag zelf (dit jaar op dinsdag 15 augustus) gevierd en wel om:

09.30 uur basiliek St. Odiliënberg

19.00 uur Fatimakapel Herkenbosch

Traditiegetrouw worden dan ook de kruiden (kroetwusj) gezegend.  Dat gebeurt ook in de weekenden en wel op zaterdagavond 12 augustus in Vlodrop (17.30 uur) en Posterholt (19.00 uur) en op zondag 20 augustus in Montfort (11.00 uur) en in Melick (11.15 uur).

 15 augustus, nog altijd een datum die tot de verbeelding spreekt, misschien niet zozeer om wat we dan vieren als wel vanwege de traditie van de ‘Kroetwusj’ die ermee verbonden is. Sterk dat datgene wat we dan vieren eigenlijk zover van onze beleving afstaat (een mens die met ziel én lichaam ten hemel wordt opgenomen), terwijl de traditie van de ‘Kroetwusj’ juist zo dicht bij de schepping (natuur) staat. Kruidenwijdingen vinden al zeer lang plaats. De oudste schriftelijke vermeldingen van zo’n zegening dateren al uit de tiende eeuw. De oorsprong van het gebruik kennen we niet. Was het een offerritueel? Een oogstgebruik? Brachten de boeren de laatste schoof graan of een deel van de oogst naar de kerk om ze te laten zegenen? De traditie wil dat dat het bij de ‘Kroetwusj’ om zeven kruiden gaat, waarvan de samenstelling echter kan variëren, al naar gelang welke kruiden ter plaatse voorhanden zijn. In onze Duitse grensregio gaat het daarbij voornamelijk om “Rosmarin, Salbei, Minze, Arnika, Eisenkraut, Schafgarbe, Kamille, Wermut, Ringelblume, Thymian, Johanniskraut” en daarbij nog verschilede korensoorten. Er zijn echter ook plaatsen waar maar liefst veertien kruiden gebundeld worden (waarschijnlijk in verband met de 14 Noodhelpers: “Baldrian (Wasserdost-Katzenkraut), Beifuß (Wilder Wermut-Bivot), Blutweiderich (Hemmelsdür), Fuchsschwanz (Blotkrütsche), Grüner Hafer, Rainfarn (Wurmkraut), Schafgarbe (Judenkraut-Tausendblatt), Spragelkraut, Teufelabbiß (Blaublömke), Gelbe Schargarbe (Bletzblömke), Osterluzei (Notzelelie), Walnuss Blätter, Wiesenkraut (Iserknoppe) en Wermut (Els)”. Toen er nog geen bliksemafleiders waren en onweer mensen nog angst inboezemde (misschien zijn we er nu te weinig bang voor) werd de gebundelde en gezegende kruiden (‘kroetwusj’) gebruikt om kwaad en onheil af te weren. Dan werden een paar takjes in het haardvuur geworpen. De opstijgende rook zou bliksem van huis en hof afwenden. Zoals de bekende Vlaamse priester-dichter Guido Gezelle (1830-1899) het eens formuleerde: “Komt er ene dondervlage, men brandt er een stuk of twee in de schouwe, en men verzoekt onder gebeden, den zegen die over die blommen gesproken is, om bevrijd te zijn van donder en bliksem”.

Wat heeft deze traditie nu eigenlijk met het feest van Maria ten Hemelopneming te maken, het feest dat al in de vijfde eeuw haar oorsprong heeft? Volgens de overlevering zouden de apostelen, op vraag van Thomas, enkele dagen na Maria’s dood haar graf geopend hebben. Het lichaam lag er niet meer, maar op de plaats van haar lichaam groeiden rozen en geurende kruiden. Voor de kerk later aanleiding om een bestaand heidense gebruik – bij elkaar gezochte kruiden gebruiken om dankoffers en zoenoffers aan de goden te brengen – over te nemen en te kerstenen. Ondanks het feit dat er de laatste decennia al heel wat tradities verloren zijn gegaan, heeft die van de kruidenzegening het tot in onze tijd gehouden. De reden daarvan moet waarschijnlijk gezocht worden in het feit dat ze zo nauw verbonden is met de schepping (natuur), de natuur die we ook zo graag in huis halen, niet alleen met Maria ten Hemelopneming maar ook met Kerstmis (kerstboom) en met Pasen (paastak). Hoe dan ook is het komende (hoog-)feest van Maria ten Hemelopneming de gelegenheid bij uitstek om de brug tussen cultuur en natuur (weer) te slaan, tussen geloof en leven, tussen het hemel en aarde, zaken die wij misschien al te gemakkelijk van elkaar scheiden terwijl ze meer met elkaar te maken hebben dan wij vaak denken of vermoeden. Een mooie viering toegewenst!

Jos. L’Ortye, pastoor